Posts

Gecompliceerde rouw II

Het is vanzelfsprekend dat plotselinge sterfgevallen aanleiding geven tot intense rouwreacties die zelfs kunnen worden gediagnosticeerd als PTSS; posttraumatisch stresssyndroom maar toch net iets anders zijn. Bij PTSS horen reacties op de gebeurtenis die grote stress veroorzaakt zoals; angst, hopeloosheid of afschuw; en angst of afschuw horen niet bij rouw of gecompliceerde rouw. De emotionele intensiteit van het verlies bij rouw heeft betrekking op de overledene terwijl bij PTSS de impact van de gebeurtenis betrekking heeft op de extreme buitensporigheid daarvan. Mensen met PTSS wennen op den duur aan hun angstreacties en mensen met rouw of gecompliceerde rouw moeten zich feitelijk heel plotseling onthechten van de overledene. Dit kan leiden tot depressieve symptomen. Depressie na een overlijden komt vaker voor wanneer er specifieke symptomen zijn zoals; preoccupaties, zelfmoordgedachten, problemen met dagelijkse functioneren of zelfs ook psychotische symptomen. Hoewel er overeenkomst

De invloed van de omgeving op een somatisatiestoornis

Een somatisatiestoornis is een psychische aandoening die zich uit door het hebben van lichamelijke klachten waarvoor geen lichamelijke oorzaak te vinden is. Patiënten met deze stoornis vragen veel aandacht van hun omgeving en zijn niet snel geneigd te kijken naar andere factoren die de klacht beïnvloeden. In onderzoek naar geestelijke gezondheid is men het er over eens dat het de cultuur is die de opvattingen van de patiënt over de ziekte rechtvaardigd, en zo lichamelijke sensaties verkeerd worden geïnterpreteerd.  Er zijn verschillende factoren die een rol spelen zoals genetische factoren waarbij er in het gezin van herkomst sprake is van alcoholmisbruik en of een antisociale stoornis. Biologische factoren zoals veranderingen in de hersenfunctie door letsel. En psychosociale factoren in de kindertijd zoals het verlies van de zorg van de ouders door ziekte, overlijden of scheiding. Waardoor het kind leerde dat ziekte een goed excuus is om vijandigheid in het gezin te laten verminderen

Hysterectomie

Bij patiënten die een chirurgische ingreep ondergaan treden er een reeks van psychologische reacties op die verband houden met de opname zelf, de anesthesie en de ingreep. Als vanzelf treden er angsten op voor lichamelijk letsel of overlijden, het niet wakker worden na de operatie of wakker worden tijdens de operatie, pijn, alleen zijn en gescheiden zijn van familie. Angst domineert van nature het gevoel dat voor en of na de operatie optreedt. Hoewel preoperatieve angst te maken kan hebben met een traumatische ervaring zoals een operatie in de kinderjaren is een chirurgische ingreep vanuit psychodynamisch oogpunt een castratie, een verlies. Iets in of aan het lichaam wordt verwijderd. Tegelijkertijd is een operatie ook een bron van hoop op verbetering van de algehele gezondheid zoals in het geval van het verwijderen van een kwaadaardige tumor of het uitvoeren van een transplantatie of het implanteren van een prothese die de gezondheid in zijn geheel ten goede komt. Het mag duidelijk

Hyperactiviteit

ADHD is een afkorting van Attention Deficit Hyperactivity Disorder. De diagnose wordt vaak al op jonge leeftijd vastgesteld door hyperactief en impulsief gedrag. Op latere leeftijd zijn er veel volwassenen die klachten blijven houden zoals concentratie- en aandachtstoornissen. Volwassenen met ADHD hebben ook vaak last van stemmingswisselingen en kunnen snel geagiteerd zijn.  Uit onderzoek is gebleken dat er verschillende hypothesen zijn om hyperactiviteit te verklaren. In een van de eerste redeneringen werd er een verband gelegd tussen neurologisch letsel zoals een minimale hersenbeschadiging en hyperactiviteit; het bleek een zwakke redenering omdat slechts bij 5% van de hyperactieve kinderen er duidelijk sprake is van hersenbeschadiging. Onderzoeker Alan Zamtekin beschouwde deze redenering al in de jaren 80 als zinloos en moeilijk te vast te stellen, omdat bij hyperactieve kinderen het onderscheid tussen oorzaak en gevolg van neurotransmitterverandering juist en vooral onderhevig is a

Hospitalisatieangst

In het leven is een ziekenhuisopname voor iedereen een stressvolle gebeurtenis. De meeste patiënten voelen zich angstig en depressief als gevolg van hun ziekte en kunnen hun sociale verplichtingen niet nakomen hoe graag ze dat zouden willen.  B.L. Franklin bestudeerde angst bij patiënten. Het doel van Franklin was om de relatie vast te stellen tussen de kwaliteit van de zorg die door het medische team wordt geboden en de hoeveelheid informatie die op het moment van opname aan patiënten werd gegeven. De meer angstige en depressieve patiënten waren doorgaans kritischer en meer pessimistisch. De belangrijkste oorzaken van angst waren: in 32% van de gevallen het niet weten wat te verwachten en in 31% de bezorgdheid over de chirurgische ingreep. Het werk van Professor Dame Jenifer Wilson-Barnett, de Engelse verpleegster, is van groot belang geweest voor de hele ontwikkeling van het verpleegkundig beroep in het algemeen en de psychosociale relatie met patiënten. Samen met Ann Carrigy deed

Reflectie

Sommige mensen verliezen de controle bij de minste tegenslag, terwijl anderen zelfs als ze iets ernstigs hebben meegemaakt niet eens de controle verliezen. Waardoor komt het nou dat de een zijn leven soepel weet te managen en er veel plezier aan beleeft terwijl een ander snel verongelijkt is en bij de minste tegenslag in paniek raakt. De reden is niet dat het leven voor de een gelukkiger is uitgepakt dan voor de ander. De gedachte dat er altijd nog mensen zijn in de wereld die slechter af zijn is wat mij betreft een nutteloze gedachte. Niet alleen is het niet terecht om zo te denken want iedereen heeft er recht op eigen wensen en verlangens te realiseren maar naar mijn idee is het ook misplaatste en leugenachtige goedheid want mensen denken voornamelijk en alleen aan hun eigen welzijn en niet aan die van een ander. De vraag zou zijn: heb je een bepaald beeld van jezelf, kun je omschrijven wat voor persoon je bent als man of vrouw met je leeftijd, je geschiedenis in deze levensfase? H

Kinderdepressie

Jarenlang werd door de medische wereld aan depressie bij kinderen weinig aandacht besteed. De meeste artsen dachten dat een kind niet depressief kan zijn omdat het vrij van verplichtingen is. Een kind heeft alleen de verplichting om naar school te gaan, te leren en te spelen met zijn vrienden. Normaliter ontbreekt er niets in zijn wereld. Historisch gezien was depressie bij kinderen ook een controversieel idee. Door de boeken van Cytryn en McKnew uit de jaren negentig; “Growing up Sad” en “Why isn´t Johnny crying?”; waarin de theorie van depressie werd beschreven, kreeg de aandoening meer aandacht en herkenning. De hypothese van Cytryn en McKnew was dat ´gemaskeerde´ depressie de meest voorkomende manier is om depressie bij kinderen te presenteren. Een prikkelbare, dysfore stemming past namelijk heel goed bij typisch gedrag in de kindertijd en adolescentie en valt daarom niet op. Leerproblemen op school, hyperactiviteit, asociaal, angstig gedrag en anorexia nervosa vormen de basis van