Gecompliceerde rouw II

Het is vanzelfsprekend dat plotselinge sterfgevallen aanleiding geven tot intense rouwreacties die zelfs kunnen worden gediagnosticeerd als PTSS; posttraumatisch stresssyndroom maar toch net iets anders zijn. Bij PTSS horen reacties op de gebeurtenis die grote stress veroorzaakt zoals; angst, hopeloosheid of afschuw; en angst of afschuw horen niet bij rouw of gecompliceerde rouw. De emotionele intensiteit van het verlies bij rouw heeft betrekking op de overledene terwijl bij PTSS de impact van de gebeurtenis betrekking heeft op de extreme buitensporigheid daarvan. Mensen met PTSS wennen op den duur aan hun angstreacties en mensen met rouw of gecompliceerde rouw moeten zich feitelijk heel plotseling onthechten van de overledene. Dit kan leiden tot depressieve symptomen. Depressie na een overlijden komt vaker voor wanneer er specifieke symptomen zijn zoals; preoccupaties, zelfmoordgedachten, problemen met dagelijkse functioneren of zelfs ook psychotische symptomen. Hoewel er overeenkomsten zijn tussen rouwreacties en depressie, kunnen niet alle depressieve symptomen worden ondergebracht bij rouw. Feitelijk zijn er slechts twee symptomen die overeenkomen bij de beide toestanden en dat is eenzaamheid en het niet goed kunnen functioneren; alsof er sprake is van hersenmist. Alles lijkt vertraagd.

Volgens Paul A. Boelen, Nederlandse hoogleraar klinische psychologie en gespecialiseerd in gecompliceerde rouw, wordt verdriet normaal ervaren met gevoelens van pijn, angst en schuld, gekoppeld aan een verlangen om de overledene weer te ontmoeten. In gecompliceerde rouw heeft de persoon geen controle over de pijn van het verlies. De pijn heeft controle over de persoon.

Er zijn verschillende factoren die het risico op het ontwikkelen van gecompliceerde rouw vergroten. Natuurlijk wie de overledene was en wat de rol was in het leven van de achterblijver. De affectieve relatie en de kwaliteit waarmee iemand gehecht was aan de overledene spelen een belangrijke rol. Ook kunnen eerdere verliezen die op zich al problematisch waren, zoals het verlies van een van de ouders op jonge leeftijd, getriggerd worden bij een nieuw verlies. Of wanneer er vóór de dood conflicten waren met of negatieve gevoelens ten aanzien van de overledene, kunnen deze ook gevoelens van boosheid, schuld of opdringerige gedachten uitlokken. Ook is het type overlijden een risicofactor zoals wanneer een persoon onverwacht sterft door een ongeluk of geweld, zoals moord of zelfmoord. Aan de andere kant kan de afwezigheid van de dode een continue zoeken in gang zetten, zoals kan gebeuren bij vermiste personen of onherkenbare lichamen en zelfs een buitenbaarmoederlijke zwangerschap of abortus kunnen een rouwproces op gang brengen. Een sterfgeval na een lange periode van een terminale ziekte, zoals aids kan ook het rouwproces bemoeilijken omdat het lijden lang duurde en het leven van de overledene iedere keer werd gerekt wat voor de verzorgers vast en zeker een zwaar en uitputtend proces was. Persoonlijkheid en karakterkenmerken van de nabestaande zijn vanzelfsprekend belangrijk in het rouwproces. Kan de nabestaande zich bijvoorbeeld goed uitdrukken, is er voldoende emotionele veerkracht en heeft de nabestaande genoeg doorzettingsvermogen en daadkracht om alleen verder te gaan. Andere bijkomende risicofactoren voor de achterblijver zijn de financieel economische middelen waarover iemand kan beschikken en of degene een stevig sociaal vangnet heeft. Al deze facturen kunnen rol spelen in het ontwikkelen van gecompliceerde rouw.

Reacties