De invloed van de omgeving op een somatisatiestoornis

Een somatisatiestoornis is een psychische aandoening die zich uit door het hebben van lichamelijke klachten waarvoor geen lichamelijke oorzaak te vinden is. Patiënten met deze stoornis vragen veel aandacht van hun omgeving en zijn niet snel geneigd te kijken naar andere factoren die de klacht beïnvloeden. In onderzoek naar geestelijke gezondheid is men het er over eens dat het de cultuur is die de opvattingen van de patiënt over de ziekte rechtvaardigd, en zo lichamelijke sensaties verkeerd worden geïnterpreteerd. 

Er zijn verschillende factoren die een rol spelen zoals genetische factoren waarbij er in het gezin van herkomst sprake is van alcoholmisbruik en of een antisociale stoornis. Biologische factoren zoals veranderingen in de hersenfunctie door letsel. En psychosociale factoren in de kindertijd zoals het verlies van de zorg van de ouders door ziekte, overlijden of scheiding. Waardoor het kind leerde dat ziekte een goed excuus is om vijandigheid in het gezin te laten verminderen en meer aandacht en zorg te ontvangen. Dit leerproces resulteert erin dat in de volwassenheid stresssituaties worden beantwoord met disfuncioneel gedrag waaronder ziekzijn, omdat functioneel en adequaat reageren niet is geleerd. 

Ook de directe leefomgeving van somatiserende patiënten vertoont structurele kenmerken die de somatisatie in stand houden en zelfs uitlokken. Vaak is er intensief contact binnen het gezin en is men sterk bij elkaar betrokken. Autonomie en privacy worden moeilijk geaccepteerd. De gezinsleden hebben een extreem sterke band en de communicatie vindt in eigen kring plaats. Wanneer er een familielid ziek is komt de rest onmiddellijk in actie om de zieke te beschermen. Er is verzet tegen inmenging van buiten die juist verandering bepleit zoals bijvoorbeeld de inmenging van een arts of specialist. Psychosomatische gezinnen tonen zich meestal weinig tolerant voor conflictoplossingen omdat zij conflicten als een bedreiging voor het gezin en de familieband ervaren. De manier waarop de familieleden met elkaar communiceren is meest onvolledig en niet duidelijk; er zijn veel aannames die middels grote emotionele expressie worden geuit en de onderlinge communicatie bemoeilijken. De prognose op herstel voor deze patiënten is dan ook slechter dan bij anderen. 

Niet alleen de familieleden binnen het gezin spelen een negatieve rol op het herstel ook is de rol van de partner cruciaal bij het in stand houden van het probleem. Door slechte communicatie wordt de pijn bij de een versterkt wat een negatieve invloed heeft op het herstel; terwijl de ander het gevaar loopt op het ontwikkelen van een depressie. Zo bevinden beiden zich in een vicieuze cirkel. Bovendien zijn er aanwijzingen dat patiënten van wie de vrouw onverschillig is, minder pijn uiten wanneer hun vrouw hen observeert dan wanneer ze worden geobserveerd door een neutraal persoon. Ook is het zo dat de partner pas echt behulpzaam wordt wanneer hij of zij vindt dat de pijn die door de patiënt wordt geuit gerechtvaardigd is, en in verhouding staat tot de klacht. Zo niet dan komt de zieke, qua hulp en zorg, er slecht vanaf en wordt tekort gedaan aan de zorg die feitelijk nodig is. Waardoor de vicieuze cirkel in stand wordt gehouden en de zieke meer ziekteverschijnselen zal laten zien om toch de gewenste zorg te ontvangen.

 

Reacties