Reflectie
Sommige mensen verliezen de controle bij de minste tegenslag, terwijl anderen zelfs als ze iets ernstigs hebben meegemaakt niet eens de controle verliezen. Waardoor komt het nou dat de een zijn leven soepel weet te managen en er veel plezier aan beleeft terwijl een ander snel verongelijkt is en bij de minste tegenslag in paniek raakt. De reden is niet dat het leven voor de een gelukkiger is uitgepakt dan voor de ander. De gedachte dat er altijd nog mensen zijn in de wereld die slechter af zijn is wat mij betreft een nutteloze gedachte. Niet alleen is het niet terecht om zo te denken want iedereen heeft er recht op eigen wensen en verlangens te realiseren maar naar mijn idee is het ook misplaatste en leugenachtige goedheid want mensen denken voornamelijk en alleen aan hun eigen welzijn en niet aan die van een ander.
De vraag zou
zijn: heb je een bepaald beeld van jezelf, kun je omschrijven wat voor persoon
je bent als man of vrouw met je leeftijd, je geschiedenis in deze levensfase?
Het zou een voorlopige vraag zijn om te observeren hoe de persoon zichzelf
waarneemt, zijn eigen gedrag en tegelijkertijd te onderzoeken of de persoon in
staat is om zichzelf toe te schrijven wat hij doet en met zekerheid te
onderscheiden wat van hem en wat van de ander is. Natuurlijk is het niet alleen
belangrijk om een realistisch
beeld van een ander te hebben, maar ook om een realistisch beeld van jezelf te hebben en je te kunnen onderscheiden van
anderen.
Zelfperceptie
zegt dus iets over het vermogen om je een beeld te vormen van het eigen
innerlijk; gevoelens, gedachten en verlangens te observeren. Door zelfperceptie
weet je of je jezelf als oorzaak van omstandigheden en situaties ziet, in dat
geval is er sprake van een interne attributie. De persoon denkt na over zijn
motivatie, zijn karakter en intenties.
Het tegendeel
is de externe attributie wanneer je anderen en je omgeving ziet als de oorzaak
van je omstandigheden. Het mag duidelijk zijn dat het gezonder is een deel toe
te schrijven aan jezelf, de interne attributie, en een ander deel aan de
situatie of de omgeving, de externe attributie.
De causale
attributietheorie gaat erover wat iemand ziet als de oorzaak van zijn successen
of mislukkingen en wordt er
nagedacht over de oorzaak van iemands gedrag. Het nadenken over de oorzaak van
gedrag wordt vaak automatisch gekoppeld aan een ongebruikelijke situatie en of ongewoon
gedrag. Bijvoorbeeld een plotseling hoog cijfer voor een examen, wordt vaak gekoppeld
aan dat er geluk in het spel was. Of wanneer
iemand een negatief zelfbeeld heeft, dan eigent hij zijn succes waarschijnlijk
toe aan anderen of zijn omgeving en zijn mislukkingen aan zichzelf. Iemand met een
positief zelfbeeld eigent zijn succes toe aan zichzelf en zijn mislukkingen aan
zijn omgeving of aan anderen.
Het doel van
therapie is om deze attributies toe te staan zodat ze tevoorschijn komen,
opdoemen in het bewustzijn van de patiënt. Soms gebeurt dit snel en soms
langzaam, afhankelijk van de gedachte, het gevoel of de overtuiging. Meestal
hebben patiënten hun geheel persoonlijke ideeën over de oorzaak van hun
problemen. Causale attributies worden namelijk beïnvloed door de persoonlijke geschiedenis,
goede en slechte ervaringen en beïnvloeden vanzelfsprekend verwachtingen en
gedrag om problemen op te lossen.
Reacties