Nieuwe diagnostiek
Met het gebruik van het diagnostisch classificatiesysteem DSM-V kan een patiënt worden gediagnosticeerd met meerdere aandoeningen. Dit betekent dat een depressieve patiënt gelijktijdig de diagnose angststoornis, vermijdende persoonlijkheidsstoornis of sociale fobie kan krijgen. Het komt voor dat een patiënt tal van diagnoses krijgt die een effectieve behandeling in de weg staan. Of dat het volgen van meerdere behandelingen gewoon niet haalbaar is. Bij het classificeren wordt nog steeds gedacht vanuit de klachten die specifiek zijn voor de stoornis, in plaats van de klachten te zien als gemeenschappelijke elementen die gelijktijdig in verschillende stoornissen kunnen voorkomen.
Een goed voorbeeld is negatieve affectiviteit dat voorkomt bij o.a. de bipolaire stoornis, eetstoornis of depressie en angststoornis. De negatieve houding van ongenoegen en woede werd door David Barlow en andere Amerikaanse onderzoekers gezien als een structuur die is gebaseerd op een psychologische kwetsbaarheid die zich heeft ontwikkeld door een reeks van leerervaringen. Deze leerervaringen hebben in de patiënt een kwetsbare kern achtergelaten die een gevoel van ontoereikendheid geeft waardoor het leven onbeheersbaar lijkt. En uit deze kern ontwikkelen zich vervolgens allerlei toestanden zoals opdringerige gedachten, angsten en depressieve symptomen. Eigenlijk keerde Barlow terug naar het neurotisch syndroom wat Freud geregeld beschreef in de ziektegeschiedenis van zijn patiënten. Barlow ontwikkelde een transdiagnostisch protocol dat uitgaat van de overeenkomsten die de stoornissen kenmerken. Hij stelde dat de gemeenschappelijke elementen aan de basis liggen van de stoornis; denk daarbij aan egocentrisch en impulsief gedrag, hyperactiviteit, vermijdingsgedrag, rationaliseren, piekergedrag maar ook buitengewone bezorgdheid of het inzetten van rituelen.
De Engelse psychiater Christopher Fairburn
onderzocht eetstoornissen en benoemde perfectionisme en walging als kernemoties
die een belangrijke rol spelen bij het ontstaan én in stand houden van eetstoornis,
sociale fobie en obsessief-compulsieve stoornis en tevens belangrijke elementen
zijn bij het ontwikkelen van hoge normen en zelfkritiek waardoor
interpersoonlijke problemen, minderwaardigheid en emotionele intolerantie karakteristiek
zijn.
Al enkele jaren is de transdiagnostiek meer en meer
in opkomst en wordt de laatste jaren vaker onderzocht als nieuwe vorm van
diagnosticeren en behandelen. Het grote verschil met het classificeren is dat
er gesproken wordt over gedrag en houding die de stoornis bepalen, in plaats
van emoties en dus de transdiagnostiek niet afhankelijk is van louter emoties
zoals angst, verdriet, vreugdeloosheid of wanhoop.
De sleutel van een transdiagnostische behandeling is niet het elimineren van onaangename emoties maar het doel is juist om emoties op een praktisch niveau te leren reguleren, zodat onaangename emoties beter worden verdragen en zelfs als nuttig en adaptief kunnen worden gewaardeerd. Het doel is om de hevigheid van overweldigende emotionele episodes die het dagelijks leven van patiënten verstoren, te verminderen en hun reacties erop beter te leren beheersen. De uitkomst is gedragsverandering, verbetering van hersenfuncties en het creëren van nieuwe ervaringen en daarmee nieuwe herinneringen. De transdiagnostische benadering brengt niet alleen een diagnostische hervorming teweeg die een positieve bijdrage levert in de behandeling van psychiatrische problemen, maar kan ook effectief kosten in de geestelijke gezondheidzorg terugdringen. www.halloonline.es
Reacties