Is denken problematisch gedrag?
‘Ik denk, dus ik ben’ is de vertaling van het
Franse 'Je pense, donc je suis' een uitspraak van René Descartes (1596-1650) de
beroemde filosoof die met de zin het vermogen om te redenen wilde bevatten.
Onderzoek wees uit dat ieder mens zo ongeveer 50.000 gedachten heeft per dag.
Het merendeel zijn dezelfde gedachten die zich in allerlei varianten herhalen.
Er zijn negatieve en positieve gedachten. Het was Noam Chomsky (1959), die het
belang van het denken inzag en aantoonde dat het denken, behalve redeneren, een
vorm van ´verborgen´ gedrag is dat dezelfde uitgangspunten volgt als het gedrag
dat anderen kunnen zien. Volgens Chomsky is denken een 'persoonlijk´ gedrag
dat ontvankelijk is voor bevestiging en bestraffing, net zoals alle ander gedrag.
Aaron Beck onderzocht het belang van denken tijdens een depressie en stelde vast
dat negatief denken niet alleen een symptoom van depressie is, maar misschien ook
een oorzaak daarvan. Hij baseerde zich op het feit dat de depressieve patiënt
zijn ervaringen in de regel als tekortkomingen en als onomkeerbaar interpreteert
waardoor de patiënt zichzelf als een verliezer beschouwt. Beck onderscheidde
tenminste zes verschillende soorten gedachten die het gedrag negatief
beïnvloeden en waaruit de depressieve patiënt negatieve conclusies trekt. Zo
trekt de depressieve patiënt gemakkelijk conclusies waarvoor geen enkel bewijs is
en focust zijn aandacht eenzijdig op een facet waarbij andere meer relevante facetten
niet aan bod komen. De depressieve patiënt generaliseert gebeurtenissen en
vooral de eigen inbreng negatief. Negatieve gebeurtenissen worden ook overdreven,
terwijl positieve gebeurtenissen juist worden verkleind. Ook is de depressieve
patiënt er bijzonder goed in om zich zonder uitzondering alles persoonlijk aan
te trekken en zijn gedachten te classificeren als zijnde goed of slecht. Ook
sluit de depressieve patiënt zich af voor de buitenwereld door zich geheel te verdiepen
in zijn denken. In plaats van zijn aandacht naar zijn omgeving te richten en zo
gemotiveerd te worden iets te ondernemen. Het denken is dus zo dwingend
aanwezig dat het effectief de oplossing van problemen voorkomt. Het herkauwen
van negatieve gedachten, ook wel rumineren genoemd, heeft dikwijls een
emotionele impact en vermindert daardoor juist het plezier van iets. Het is een
vicieuze cirkel waarbij het denken de depressie in stand houdt. Zelfs het
kritisch onderzoeken van de gedachten houdt niet persé in dat de gedachten
daardoor verminderen of een mildere toon aannemen. Inzicht krijgen in het
gedrag van het denken is een belangrijk doel in de behandeling van een
depressieve episode. Want het doel is het denken te richten om een probleem op
te lossen in plaats van te herkauwen over een mogelijke oplossing. Vanwege het
verborgen denkgedrag blijkt het vaak moeilijk een depressieve patiënt zijn
probleem te laten onderzoeken. Een geschikte methode is om de patiënt uit te
nodigen zijn aandacht te richten op zijn lichamelijke sensaties om hem te leren
wat er in het moment is. Uiteraard is het belangrijk om de aandacht vast te
houden bij waar men mee bezig is. Afleiding is ook nuttig om los te komen van
het rumineren, bovendien brengt het iets nieuws in het leven van de patiënt. Hallo Weekblad 8 januari 2020
Reacties