Life-event

Wat er in het leven gebeurt is onvoorspelbaar. Life-events zijn gebeurtenissen die het leven in een keer veranderen. Het leven staat op de kop en tijdelijk blijft er niet veel over dan eenvoudig te overleven. Het leven na een life-event zal ook nooit meer hetzelfde zijn als wat het daarvoor was. Life-events, positief of negatief, markeren dus periodes vol onrust en stress. Door onderzoek naar life-events was het mogelijk stressvolle gebeurtenissen in kaart te brengen en te onderzoeken wat de gevolgen daarvan zijn voor de gezondheid. Een van de eerste wetenschappers die begin vorige eeuw onderzoek deed was Harold Wolff, een Amerikaanse neuroloog. Hij deed onderzoek naar stress als gevolg van psychosomatische klachten zoals migraine en prikkelbaar darmsyndroom. Later in 1957 ontwikkelde Thomas Holmes, een psychiater uit New York, de ´Schedule of Recent Experience´. Hij vroeg proefpersonen vragenlijsten in te vullen waarin zij hun ervaringen met belangrijke levensgebeurtenissen vastlegden. Holmes en zijn collega's, dachten dat er een oorzakelijk verband was met deze gebeurtenissen en hun latere gezondheidsproblemen. In 1967 werkte Holmes samen met medicus Richard Rahe om een ​​nieuwe lijst te ontwikkelen. Daaruit ontstond de ´Social Readjustment Rating Scale´ met daarop 43 ´Life-Change-Units´. Tot een LCU werden de volgende gebeurtenissen gerekend; de dood van een partner, echtscheiding, scheiding van tafel en bed, gevangenisstraf, dood van een familielid, persoonlijke ziekte; maar ook huwelijk, zwangerschap en pensionering werden gezien als een LCU. Holmes en Rahe concludeerden dat een hoge score op zulke gebeurtenissen bepalend kon zijn voor meer gezondheidsklachten en in verband gebracht kon worden met een verhoogd risico op ziekte. Vanwege die conclusie kregen zij veel kritiek omdat een hogere vatbaarheid voor ziekte natuurlijk ook samenhangt met allerlei pogingen om ontevredenheid en stress te elimineren zoals door meer te roken, drugs en of alcohol te gebruiken, of excessief te sporten. Om deze kritiek te weerleggen voerde Richard Rahe in 1970 een vervolgstudie uit met Amerikaanse mariniers tijdens hun dienst, dus buiten hun leefomgeving om. Rahe gebruikte de SRRS om inzicht te krijgen welke gebeurtenissen de mariniers tijdens hun dienstverband hadden meegemaakt. Daarmee kon hij de gebeurtenissen én de gezondheid van elke marinier vergelijken. Rahe vond een beperkt maar positief verband tussen deze twee variabelen. In de jaren tachtig verschoof de aandacht van de onderzoekers van stressvolle life-events naar kleine, dagelijkse en routinematige druk die tot stress kan leiden. Kleine dagelijkse gebeurtenissen die stress veroorzaken op het werk, in de thuissituatie, met de partner, in familiaire kring, in de economische situatie en het milieu. Deze kleine gebeurtenissen werden beschreven als gedoe, drukte en stress. Anita DeLongis en haar collega's ontwikkelden de ´Hassles and Uplifts Scale´. Een vragenlijst om stress te meten die mensen dagelijks doorstaan, plus dat waardoor mensen dagelijks een opsteker ervaren. Het werd bewezen dat dagelijkse ´microstress´ eveneens kan leiden tot een krachtige stressbron wanneer er onvoldoende positieve ervaringen tegenover staan. Zelfs kan het leiden tot een verhoogde vatbaarheid voor ziekte en psychosomatische klachten zoals spastische colon, reumatische artritis, infecties en migraine verergeren. Gepubliceerd in Hallo Weekblad 21 maart 2019

Reacties