Freuds IJsberg
Volgens Freud zijn mensen als een ijsberg waarvan slechts
het topje te zien is. 10% is zichtbaar boven het water en het onderbewuste en
onbewuste deel, beiden zo´n 90%, bevinden zich onder water. Alles wat zich
onder water bevindt is het onderbewustzijn, verdrongen trauma´s, verlangens en
dromen. Sigmund Freud, de vader van de psychoanalyse, was een neuroloog geboren
in een arme Joodse familie in 1856 in de Tsjechische Republiek. Tot op de dag
van vandaag heeft hij het denken over de psyche radicaal verandert met
begrippen als narcisme, doodsdrift en Oedipuscomplex. Hij werd een van de
meest invloedrijke en controversiële figuren uit de 20ste eeuw. Hij
studeerde in Wenen en na zijn afstuderen als arts, richtte hij zijn onderzoek
op verdovende middelen waaronder cocaïne. Hij wilde een verslaafde vriend
helpen. Freud had een grote interesse in cocaïne en gebruikte het zelf ook. Hij
verborg zijn enthousiasme niet. Verdovende middelen waren voor hem een manier
om de geest te onderzoeken en hij had veel begrip voor de afhankelijkheid
daaraan. Overigens is alleen bekend dat hij verslaafd was aan roken. In
1886 opende hij zijn eerste privékliniek waar hij hypnose toegepaste bij de
behandeling van hysterie. Over de behandeling van Anna O. die leed aan
hoestbuien, verminderde eetlust en gekke aanvallen van opgewondenheid heeft hij
veel geschreven. Hij leidde haar symptomen terug naar de verstikkende omgeving
waarin ze leefde en verklaarde haar gedrag gerelateerd aan seksualiteit. Hij
gebruikte onder andere hypnose in de behandeling, dat hij had geleerd van zijn
mentor Josef Breuer. Maar gaandeweg gaf hij de hypnose op en verving het door
vrije associatie en interpretatie van dromen. Zijn boek ´De droomduiding´ uit
1899 is zijn meest belangrijkste en bekendste boek geworden. Het was een
revolutionaire doorbraak van een nieuwe manier van begrijpen van de mens: de
psychoanalyse. Hij ontdekte namelijk, het onderbewuste via dromen te
kunnen onderzoeken en gebruikte niet alleen dromen en verhalen van zijn
patiënten, maar ook van zichzelf. Hij kwam tot de ontdekking dat dromen het
voortbrengsel zijn van bewuste en onbewuste verlangens en conflicten. Zijn doel
was om die onderdrukte gedachten, gevoelens en verlangens uit het onbewuste te
verplaatsen naar het bewuste. De verhouding tussen het bewuste en onbewuste
wordt dus vaker vergeleken met een ijsberg. Het bewuste is zichtbaar. Het
onderbewuste vertegenwoordigt het middenniveau (waarin bewust en onbewust
bijeenkomen) en ligt samen met het onbewuste onzichtbaar onder water.
Met het onbewuste komen we enkel in contact via onze dromen; die al onze
beschamende ervaringen, seksuele verlangens, angsten, gewelddadigheid,
onderdrukte herinneringen en andere donkere gedachten herbergen. Tezamen vormen
deze niveaus onze psyche. Sigmund Freud was controversieel tot de laatste dag
van zijn leven. In 1938 werd hij uitgeroepen tot een vijand van het Derde Rijk
en moest naar Londen om te vluchten. Zijn boeken werden in het openbaar
verbrand en enkele familieleden werden gedeporteerd naar een concentratiekamp.
Hij stierf een jaar later als gevolg van een gehemelte kanker die zijn
voorliefde voor snuiftabak had veroorzaakt. Een kleine krater op de maan is
naar hem vernoemd. Hallo Weekblad 24 november 2016; Bron: El País,
mei 2016