Doe-het-zelfpatiënt

Eerder in deze rubriek schreef ik over de opkomst van e-health en het internet in de geestelijke gezondheidszorg. Nieuwe technische ontwikkelingen maken het mogelijk dat informatie op een eenvoudige manier beschikbaar is voor alle mensen. Informatie over ziektebeelden kan bijdragen aan een betere psycho-educatie en dat is positief. Echter de beschikbaarheid van deze informatie heeft ook nadelige gevolgen. Met een beetje Googlen denkt men vol overtuiging de diagnose te kunnen stellen van de stemmingswisselingen van de echtgenoot of wordt een familielid de kwalijkste persoonlijkheidsstoornis toegedicht. Dokter Google heeft het niet altijd bij het rechte eind. Nog een stap verder gaan de gezondheidsapps die als paddenstoelen uit de grond schieten. Applicaties voor smartphone of tablet die informatie geven en data bijhouden en waarin de gebruiker zelf hun gegevens kunnen invoeren. Er zijn zowel gratis als betaalde apps op de markt, die je hartritme meten, etiketten op gevaarlijke E-nummers controleren, de ziekte van Lyme herkennen tot aan een dermoscanner aan toe die je wratten en sproeten beoordeelt op verdachte plekjes. De MoodTracker peilt je stemming. Nog maar kortgeleden, vijf tot acht jaar, bestonden er nog geen gezondheidsapps. De markt is dus enorm gegroeid en groeit nog dagelijks. Het Nederlandse Ministerie voor de Volksgezondheid bij monde van Minister Schippers prijst overtuigd het gebruik van gezondheidsapps op de smartphone aan. Volgens de Minister zijn de apps de toekomst. Want het zou de zorgkosten omlaag kunnen brengen. Het voordeel van de gezondheidsapps is dat het de gebruiker controle en regie geeft over zijn gezondheid. Als je regelmatig je bloeddruk checkt of een dagboek bijhoudt om je stemmingswisselingen in op te schrijven, heb je goede informatie om met de dokter of psycholoog te delen. Daar is niks mis mee. Het is een interessante gegevensbron in dienst van de gebruiker. Het probleem zit in het feit dat er nog geen enkel controleorgaan is om deze applicaties te onderzoeken, bijvoorbeeld op programmeerfouten en ze nooit door een overheid zijn gevalideerd. De apps bevatten een enorme hoeveelheid medische data over de gebruiker welke voor de gebruiker behulpzaam is. De vraag is, wie deze data beschermt want de meeste gebruikers zijn zich er niet van bewust dat de motieven van de programmeurs eens heel anders kunnen zijn. De data kan interessant zijn voor bedrijven die handelen in informatie van privacygevoelige gegevens; ziektekostenverzekeraars of uitkeringsinstanties. Op basis van de data kan een risicoselectie worden gemaakt om dure patiënten te mijden. Het klinkt als “1984“ (Big Brother is watching you) de befaamde roman van George Orwell uit 1948. Ondanks Europese richtlijnen weet iedere internetgebruiker dat ook ziektekostenverzekeraars cookies en trackers gebruiken om de klant online gemakkelijk toegang te verlenen hun declaraties in te sturen. Gemak dient de mens en daar denken zorgverzekeraars en overheden net zo over. Gepubliceerd in Hallo Weekblad 24 december 2015; Bron: Zembla, Data: het nieuwe goud II