OPD
De
geoperationaliseerde psychodynamische diagnostiek (OPD) is een dynamisch
diagnostisch protocol, ontwikkeld in Duitsland in de jaren '90 wat wordt
gebruikt door meer dan 4.000 psychotherapeuten over de gehele wereld. Het
protocol is vertaald naar vele talen waaronder het Russisch, Chinees, Engels,
Spaans en Italiaans. OPD is net zoals de ‘Diagnostic and Statistical Manual’ (DSM)
van de American Psychiatric Association en de ‘International Classification of
Diseases’ (ICD) van de World Health Organisation een classificatiesysteem. OPD werkt
ook met een meer-assig systeem voor het stellen van een diagnose. De rijkdom van de OPD diagnostiek blijkt daaruit omdat het assensysteem praktisch
en betrouwbaar is voor een psychodynamische diagnostiek bij een kortdurende
therapiebehandeling en tegelijkertijd meer complexe psychoanalytische concepten
bevat. OPD onderzoekt op
de eerste as hoe de patiënt zijn ziekte ervaart en aan welke voorwaarden hij
voldoet om een psychotherapeutische behandeling te ondergaan. Er wordt
onderzocht in hoeverre de patiënt gemotiveerd is en begrijpt waardoor de
klachten zijn ontstaan en voortduren. Welke gedrag de patiënt aanneemt en op
welke manier zijn gedrag het persoonlijke en sociale leven bepaald, wordt op
een volgende as weergegeven. Veel psychische stoornissen zijn relatiestoornissen;
want het gedrag staat altijd centraal bij het ontstaan en aanhouden van de psychische
stoornis. Disfunctioneel of onaangepast gedrag is vrijwel altijd de ingangsklacht
en vormt in de regel de focus van een therapeutische behandeling. Veel theorieën
gaan er van uit dat de patiënt iets in zichzelf verandert om zich daarna beter
te voelen. Feitelijk is dit een in zichzelf gekeerd standpunt: ‘ik verander
iets in mezelf en daarmee verander ik mijn relaties en leven’. OPD heeft het
standpunt door in aanvang het relatiegebied te bewerken de patiënt vanzelf iets
in zichzelf verandert. De focus op het relatiegebied geeft de patiënt dikwijls voldoende
inzicht, zodat een veranderingsproces automatisch op gang komt. OPD onderzoekt tegelijkertijd
welk psychodynamisch conflict passief of actief een rol speelt. Een conflict
ontstaat bij twee opponenten. Een psychodynamisch conflict kent ook twee opponenten, die door
een ervaringspatroon, keer op keer leiden tot een en
hetzelfde gedragspatroon. Voor een deel is dit patroon bewust en herkenbaar voor
de patiënt; maar een deel is onbewust waardoor het voor de patiënt vrijwel
onmogelijk is zijn gedrag vrijwillig te veranderen. OPD gaat uit van 7 conflicten,
om er enkele te noemen: het conflict van Schuld, Afhankelijkheid/Onafhankelijkheid, Zelfwaardering en
Onderwerping/Dominantie. Het psychodynamisch conflict wordt onderzocht
op de volgende gebieden: familie van herkomst, werk, bezittingen, sociaal leven,
seksualiteit, relaties en lichamelijke ziekte. De mens ontwikkelt zich gedurende
zijn leven van het ene naar het volgende bewustzijnsniveau. Deze ontwikkeling
bepaalt zijn persoonlijkheidsstructuur; die kwetsbaarheden en gebreken kent. De
structuur van de patiënt wordt op twee gebieden onderzocht; het zelf en de
ander. OPD onderscheidt 24 onderwerpen zoals o.a.: impulscontrole, affect
tolerantie, empathie, separatie en zelfwaardering. Een goede integratie van alle
gebieden betekent dat de patiënt autonoom is. Een matige integratie of
desintegratie van de onderwerpen houdt een meer zwakke persoonlijkheidsstructuur
in.
Bron: www.opd-online.net - Gepubliceerd in Hallo Weekblad 28 november 2013