Burgerinitiatief
Sinds ‘15 de Mayo’ en het ontstaan van de Indignados beweging in Madrid groeit het burgerinitiatief zoals in Brussel de G1000 of Occupy Wallstreet in New York. De burgers tonen hun afkeer van het kapitalisme en hun leiders, door wie zij zich niet meer vertegenwoordigd voelen. Er is trouwens reden genoeg om te demonstreren; wereldwijd sterft er iedere 4 seconden iemand van de honger en zijn er ongeveer 250 miljoen werkende kinderen van wie de helft jonger is dan 14 jaar. In Spanje groeit 20% van de kinderen op in armoede. Voldoende reden dus voor zorgelijkheid, wanneer we denken aan deze toekomstige volwassenen. Vast en zeker is een aanzienlijk deel van deze protesten gebaseerd op angst. Angst om stabiliteit te verliezen zoals de baan, het huis en angst voor geweld. Het krampachtig zoeken naar vastigheid en bezit houdt evenzeer in dat het leven geblokkeerd wordt. Leren los te laten is hier de opgave want de drang naar vastigheid kan immers nooit worden vervuld. Een andere angst is de angst voor veranderingen die onvermijdelijk zijn, waardoor men ingeperkt en verplicht wordt zich aan regels te houden. In de beperking de realiteit onder ogen zien, betekent leren vertrouwen op het eigen kunnen en bovendien doorzettingsvermogen te oefenen. Hoe het ook zij, het is geheel onmogelijk het leven te voorspellen.
De vraag die mij bezighoudt is of de protesten resultaat hebben. En of het mogelijk is, door middel van protest, een mentaliteitsverandering teweeg te brengen. Wat me bijzonder moeilijk lijkt. Want elk verlies of verandering gaat gepaard met pijn. In de regel is pijn juist dat wat we allemaal willen vermijden. Nu is het volgen van psychotherapie op zich een individuele daad en bepaald niet een politieke. Toch houdt het volgen van therapie in dat persoonlijke groei plaatsvindt door middel van een verandering in de structuur van het individu: lichamelijk, emotioneel, mentaal, existentieel of transpersoonlijk. In therapie leert het individu dat er een diepgaande verbinding is tussen het ik en het wij. Niet een verlies doch een verrijking van het ik. Het individu leert ook dat men zich verantwoordelijk kan voelen voor iets dat groter is dan de eigen individuele leefwereld. In die zin heeft psychotherapie wel degelijk een sociaal maatschappelijke én politieke functie. De hulpvraag van het individu houdt meestal in hoe men het destructieve kan overwinnen en het leven zinvoller kan maken door meer solidair te zijn, meer mededogen te hebben, wederzijdse groei te bevorderen en verwijten te stoppen. Vragen over trauma’s, angsten en egoïsme in het therapeutisch proces maken tegelijkertijd de individuele behoefte aan affectie, acceptatie en liefde duidelijk. Therapie is dus indirect verbonden met de sociale omgeving; familie, gezin, buurt en vrienden. Persoonlijke groei zou op zichzelf beter gewaardeerd kunnen worden als bijdrage aan de transformatie van sociale processen. Het financieel toegankelijk maken voor mensen met een lager inkomen kan daar een onderdeel van zijn. Interne verandering is dus een noodzakelijkheid voor externe verandering en omgekeerd. Kort samengevat, wanneer we zelf veranderen verandert onze omgeving mee en is wat we individueel doen op lokaal niveau merkbaar en misschien op den duur zelfs provinciaal of nationaal. Dan pas is een andere kijk, een andere wereld mogelijk.
De vraag die mij bezighoudt is of de protesten resultaat hebben. En of het mogelijk is, door middel van protest, een mentaliteitsverandering teweeg te brengen. Wat me bijzonder moeilijk lijkt. Want elk verlies of verandering gaat gepaard met pijn. In de regel is pijn juist dat wat we allemaal willen vermijden. Nu is het volgen van psychotherapie op zich een individuele daad en bepaald niet een politieke. Toch houdt het volgen van therapie in dat persoonlijke groei plaatsvindt door middel van een verandering in de structuur van het individu: lichamelijk, emotioneel, mentaal, existentieel of transpersoonlijk. In therapie leert het individu dat er een diepgaande verbinding is tussen het ik en het wij. Niet een verlies doch een verrijking van het ik. Het individu leert ook dat men zich verantwoordelijk kan voelen voor iets dat groter is dan de eigen individuele leefwereld. In die zin heeft psychotherapie wel degelijk een sociaal maatschappelijke én politieke functie. De hulpvraag van het individu houdt meestal in hoe men het destructieve kan overwinnen en het leven zinvoller kan maken door meer solidair te zijn, meer mededogen te hebben, wederzijdse groei te bevorderen en verwijten te stoppen. Vragen over trauma’s, angsten en egoïsme in het therapeutisch proces maken tegelijkertijd de individuele behoefte aan affectie, acceptatie en liefde duidelijk. Therapie is dus indirect verbonden met de sociale omgeving; familie, gezin, buurt en vrienden. Persoonlijke groei zou op zichzelf beter gewaardeerd kunnen worden als bijdrage aan de transformatie van sociale processen. Het financieel toegankelijk maken voor mensen met een lager inkomen kan daar een onderdeel van zijn. Interne verandering is dus een noodzakelijkheid voor externe verandering en omgekeerd. Kort samengevat, wanneer we zelf veranderen verandert onze omgeving mee en is wat we individueel doen op lokaal niveau merkbaar en misschien op den duur zelfs provinciaal of nationaal. Dan pas is een andere kijk, een andere wereld mogelijk.
Bron: Antonio Gomez e.a.
Dit artikel werd geplaatst in Hallo Weekblad op 9 november 2011