Mensen weten niet hoe belangrijk ze zijn
Wanneer we mannen vragen of ze vrienden hebben zegt een kwart ja. Bij vrouwen is dat tweederde. Op het sociale netwerk: Facebook is er nauwelijks verschil tussen mannen en vrouwen; in Nederland respectievelijk 51% tegenover 49%. Op Facebook blijkt het gemakkelijk een vriend te vinden. In korte zinnen worden vriendschappen gesloten en het is zelfs mogelijk vrienden van vrienden te worden. De groep groeit terwijl je online bent; jippie, weer een vriend erbij! Vrienden kunnen vrijelijk mededelingen op je ‘wall’ plaatsen, wat de vriendschappelijke uitwisseling vluchtig en luchtig maakt.
Vrienden maken de meeste mensen tijdens hun school- of studietijd. Minder hechte vriendschappen ontstaan later op het werk. Alhoewel men beweert dat gezondheid en vrienden het belangrijkste in het leven zijn, is het juist niet eenvoudig vriendschappen te onderhouden en hebben zelfs vriendschappen te lijden onder natuurlijke vijanden. Want hoewel er oprecht goede bedoelingen in het spel zijn om vrienden te worden; ook worden vriendschappen bedreigd en is het regelmatig vechten tegen een onbedoelde opponent.
De grootste natuurlijke vijand van vriendschappen is tijd, want er gaat kostbare levenstijd voorbij om verbondenheid met en voor iemand te voelen. In de regel zijn er jaren mee gemoeid. Job hoppen is nog zo’n vijand. In onze samenleving is het vanzelfsprekend om te doen aan carrièreplanning. Wat inhoudt dat men gemiddeld ongeveer 3 jaar voor eenzelfde werkgever werkt en daarna uitkijkt naar een andere baan. Dan wordt het lastig om vrienden op het werk te maken. Clubs en netwerken vormen een ander obstakel. Lid worden van een club is positief om nieuwe mensen te leren kennen en het is een sociale vorm van contact. Het nadeel is echter, dat aandacht verdeeld wordt in de groep, waardoor er minder overblijft voor het individu. Dan is er nog het gevaar van maatschappelijke status. Voor sommige mensen is het onmogelijk een vriendschap aan te gaan met iemand van een lagere status. Nog een boosdoener om vriendschap te onderhouden is egocentrisme. Want voor een vriendschap is het belangrijk dat je er iets voor doet, dus ook geeft in plaats van alleen neemt. Hetzelfde geldt wanneer je niet goed tegen kritiek kunt of als je zelf veel kritiek hebt op een ander. Het spreekt voor zich, dat een extreme hang naar vrijheid het precies onmogelijk maakt een hechte vriendschap aan te gaan.
Zo’n twintig jaar geleden werd al aangetoond dat er een oorzakelijk verband is tussen mortaliteit, zelfdoding en povere sociale relaties. Met andere woorden dat gebrek aan vrienden een risicofactor is voor de gezondheid en een negatief effect heeft op roken, bloeddruk, cholesterol, zwaarlijvigheid en lichamelijke activiteit. Kortom mensen die geen vrienden hebben leiden een ongelukkiger leven, gaan eerder dood en lopen meer kans om een levensbedreigende ziekte te krijgen.
Mensen met vrienden voelen zich doorgaans gelukkiger, want bij een vriend kun je thuis zijn, kun je uitblazen en jezelf zijn. Vrienden helpen je in moeilijke situaties en door hun ‘anders zijn dan jou’ geven ze mee een richting aan je leven. Vriendschap is vergelijkbaar met een juweel dat met recht gedragen kan worden.
Helaas laat de trend zien dat de hoeveelheid en de kwaliteit van sociale relaties in het Westen afneemt. De laatste jaren is er een aanzienlijke groei in alleenstaande huishoudens; er zijn minder communes of woongroepen; er zijn meer tweeverdienerhuishoudens met kinderen en er zijn steeds minder mensen die een vertrouwenspersoon hebben. Hiermee wordt gesuggereerd dat ondanks de algemene stijging van technologie en globalisering, er steeds meer mensen sociaal geïsoleerd raken. Hoewel het verband is bewezen en ook bekend is bij gezondheidsorganisaties, worden er nog weinig maatregelen ter verbetering genomen. Misschien is het niet hip om sociaal te zijn. Of weten de meeste mensen niet hoe belangrijk ze zijn voor een ander en hoe fijn het is om hun te zien of hoe troostend het is hun lach te horen. Misschien ontbreekt het ons collectief aan de moed dat te zeggen.
Helaas laat de trend zien dat de hoeveelheid en de kwaliteit van sociale relaties in het Westen afneemt. De laatste jaren is er een aanzienlijke groei in alleenstaande huishoudens; er zijn minder communes of woongroepen; er zijn meer tweeverdienerhuishoudens met kinderen en er zijn steeds minder mensen die een vertrouwenspersoon hebben. Hiermee wordt gesuggereerd dat ondanks de algemene stijging van technologie en globalisering, er steeds meer mensen sociaal geïsoleerd raken. Hoewel het verband is bewezen en ook bekend is bij gezondheidsorganisaties, worden er nog weinig maatregelen ter verbetering genomen. Misschien is het niet hip om sociaal te zijn. Of weten de meeste mensen niet hoe belangrijk ze zijn voor een ander en hoe fijn het is om hun te zien of hoe troostend het is hun lach te horen. Misschien ontbreekt het ons collectief aan de moed dat te zeggen.
Gepubliceerd in Hallo Weekblad, 4-11-2010
Bron: Kurt Holt-Lunstad, Dr. Beate Weingardt